Waar geschiedenis en gezelligheid samenkomen
Een tocht van Haarlem naar Hillegom voert door een prachtig bos en duinachtig gebied met mooie landgoederen zoals Iepenrode, Huis te Manpad, De Hartekamp, Groenendaal, de Linaeushof enz, enz
Eenmaal de grens tussen Bennebroek en Hillegom, tevens de grens tussen Noord- en Zuid Holland gepasseerd, ondergaat het landschap een grondige verandering. Het terrein van “De Geestgronden” geeft Hillegom nog een klein stukje bos- en duingebied en het is nog vrij toegankelijk ook, maar daarna verandert het landschap aanzienlijk. Tot de kom van het dorp valt het nog niet zo eens op want aanvankelijk wordt dat door lintbebouwing langs de Haarlemmerstraat en Weeresteinstraat nog versluierd, maar achter de huizen ontplooit zich één kale vlakte. Dat landschap zet zich voort tot voorbij Voorhout en Noordwijk, Alleen onderbroken door het landgoed Keukenhof bij Lisse. Dat is echter niet altijd zo geweest, maar laten we bij het ontstaan beginnen.
Circa 10.000-12.000 jaar geleden eindigde de laatste ijstijd. Noord Europa was voor een groot deel met een ijskap bedekt en de kustlijn lag ongeveer waar nu de Doggersbank ligt. De temperatuur ging stijgen en langzaam begon de ijskap te smelten en de zeespiegel te stijgen. Circa 5.000 jaar later wat het zeewater tot onze streek genaderd. Voor onze kust werden strandwallen gevormd, die van noordoost naar zuidwest liepen met daartussen lager gelegen gebieden, strandvlakten. De Rijn stroomde tussen de huidige plaatsen Katwijk en Noordwijk in zee. Aanvankelijk bleef tussen de strandwallen en in de delta van de Rijn nog water en de zee had vrij toegang tot dit gebied, maar allengs ontstond er op de strandwallen begroeiing en ook het water veranderde eerst in een moeras, later in een veengebied.
Op de meest oostelijke strandwal is Hillegom ontstaan, waar de Hillegommerbeek de oostelijke wel op de strandwal kruisde. Van de bewoning op onze strandwal zijn weinig vondsten bekend. Toch is er uit het gebied rond Hillegom wel iets uit de prehistorie gevonden, zoals in 1897 en 1927 op de gronden van Veenenburg achter de huidige steenfabriek, waar werktuigen van hertzhoorn, vuursteen, brons en een klokbeker, alles stammend uit het laat-Neoliticum, werden gevonden. Een gedeelte hiervan is nu ondergebracht in het Rijksmuseum voor Oudheden in Leiden.
Na de Romeinse tijd ontstonden de jonge duinen en omstreeks het jaar 1000 slibde de monding van de Rijn dicht en zo ontstond er in de hele Rijndelta een groot moeras en bosgebied, we vinden dat nog terug in de plaatsnamen Zoeterwoude, Hazerswoude, enz..
Onder invloed van transgressie perioden keerde de zee nog enkele keren terug. Zo kwam er langzamerhand wat tekening in ons gebied.
Toen Willibrord in 695 in onze streken de kerstening begon, stichtte hij ook enkele kerken, maar daaronder vinden we nog geen kapel in Hillegom.
In zijn boek Kerkgeschiedenis van Hillegom vermeldt Braakhekke dat de Abdij van Egmond in 1150 het collatierecht had van de kapel van Hillegom. Het collatierecht wil zeggen dat men het recht heeft de pastoor te benoemen en als er een pastoor benoemd wordt is er een kerk of kapel en zijn er mensen die daar ter kerke gaan. Dit hebben we nog niet bevestigd gevonden. Plaatsen die de uitgang “Heim” hebben of een afleiding daarvan stammen meestal van voor het jaar 1000, genoemd worden dan o.a. Sassenheim en Hillegom. Van Sassenheim is wel bekend dat het zo oud is, maar Hillegom….nee, nog steeds geen zekerheid.
Dat veranderde in 1248, toen schonk graaf Willem II, de Roomse Koning, “de kapel van Hijllinghem en al zijn bebouwing beneden de gracht”, aan abt Lubbert II van de abdij van Egmond. Eindelijk zekerheid en van 1368 tot 1381 is er zelfs een Jan van Hillegom abt van de abdij.
Een halve eeuw later schijnt Hillegom toch al een belangrijker plaats te zijn, want in de jaren 1346-1347 kwam ’s Graven Rade, een adviesraad van edelen, die de graven van Holland bijstonden in het bestuur van de graafschap, diverse keren bijeen in Hillegom. Om precies te zijn op 6 april 1346, 21 en 22 september 1346 en op 29 en 30 september 1347. Waar die bijeenkomsten werden gehouden is nog niet duidelijk, maar het zou “Het Hof” kunnen zijn. De naam duidt op een belangrijk huis, waar aanzienlijke personen wonen en dat was het eigenlijk ook, wan het geslacht Rietvelt leverde baljuws en houtvesters, dat gold ook voor de Nyenrodes en Sypesteyns. Van 1440 tot 1491 zetelde het Haarlemse geslacht Rietvelt op “Het Hof” en in 1487 werd Jan van Rietveld nog beleend met de duinen van de Griettebrugge tot de Lisserbeek.
In 1369 stonden er in Hillegom 46 huizen met ca. 283 inwoners en dat was in 1477 gegroeid tot 67 huizen en 412 inwoners, na de passage van het Kaas- en Broodvolk was dat gedaald tot 60 huizen en 369 inwoners. In 1512 was dat weer hersteld tot 69 huizen en 424 inwoners. Na een wat rustiger tijd onder Karel V, braken er voor onze streek nu dondere tijden aan.
Vanuit Zuidwest Vlaanderen raasde de Beeldenstorm over ons land en Philips II liet dat er niet bij zitten. Hij stuurde Alva met een leger naar die onwillige Nederlanden en deze ondernam een strafexpeditie door ons land. Mechelen, Zutphen en Naarden moesten er aan geloven en in de zomer van 1573 wordt Haarlem ingenomen. Alkmaar en Leiden weten de Spanjaarden buiten de poorten te houden, maar na het ontzet van Leiden op 3 oktober 1574 werd het nog erger. Onze streek kwam in de frontlijn te liggen, dan weer verschenen er Spanjaarden vanuit Haarlem en dan weer de Geuzen vanuit Leiden of Alkmaar. In de Stad- en Dorpsbeschrijver lezen we dan ook dat op 29 oktober 1575 de kerk van Hillegom in vlammen opging. Ook het Hof en de pastorie werden zwaar beschadigd. In de archieven lezen we daar echter nog veel meer over. Het koor van de kerk was omstreeks 1589 alweer dicht maar het duurde nog tot ongeveer 1660 eer het middenschip ook weer gebruikt kon worden.
Op 1 maart 1577 vertrokken de Spanjaarden uit Haarlem, om nooit meer in onze streek terug te keren. Kort daarna op 15 september 1577 wordt er een taxatie voor de 100epenning (een belasting) gehouden. Van de 57 huizen die Hillegom dan telt zijn er 53 verbrand en de kwalificaties over het land zijn onder andere verlaten, desert, ongebruikt en verdolven land. Hillegom lag dus in puin kun je dus wel zeggen.
Van 1500 tot 1600 komen we in Hillegom onder andere de volgende namen tegen: Van Berckenrode, Block, Brammer, Van Hout, Van der Laan, Van Langevelt, Van der Leth, Van Nyenrode, Van Oringen, Van Randsbergen, Ruychaver, Van Treslong, Van Ylpendam, Van Warmondt.
Tijdens en na de troubelen vinden we als bewoners van Het Hof de geslachten Van Nyenrode en Sypesteyn. Op de kaart van Floris Balthasar uit 1615 vinden we onder Hillegom dan alleen “Osteynde”,het buiten van Willem Ruychaver.
Nu brak er echter een tijd van welvaart aan voor onze streek, langzaam aan werd er een begin gemaakt met het afgraven van de duinen. Er werd steeds meer groente en fruit geteeld, Hillegom kreeg in 1717 een eigen groenten en fruitmarkt in Amsterdam. Bij het uitschrijven van de overdrachtsakten van 1600 tot 1811, een project van de Stichting Vrienden van Oud Hillegom, komen veel boomgaarden voor.
Van 1722 kocht Mr. Jan Six, een rijke Amsterdamse koopman, de ambachtsheerlijkheid Hillegom en alras ging hij verbeteringen aanbrengen, onder andere in 1724 liet hij een stenen brug over de Beek aanleggen, tussen 1726 en 1728 werd een deel van de Heereweg in het dorp bestraat, in 1731 werd de Molenbrug door een stenen vervangen en in 1740 werd de pomp op het dorpsplein bebouwd. Tenslotte verwierf Six in 1749 ook Het Hof; het huis Elsbroek was toen al bijna 100 jaar in het bezit van de familie Six.
Six ging ook het afzanden grootser aanpakken en hij begon met een laan aan te leggen in de wildernis direct achter de huizen aan de westkant van de Heereweg.
Bij 150 jaar later, in 1746, laat de grote kaart van Rijnland een aaneenschakeling van buitenplaatsen zien in de ambachtsheerlijkheid Hillegom. Van noord naar zuid noemen we: Bethlehem, Oostende, Horstendael, Weeresteyn, Treslong, Duin en Weg, Meer en Dorp, Het Hof, Lapinenburg en Elsbroek en dat waren echte lusthoven, omgeven door luisterrijke parken met vijvers, enz. De eigenaren hadden klinkende namen en waren vaak rijke kooplieden en/of stadsbestuurders van Amsterdam of Haarlem.
Van 77 huizen met ongeveer 460 inwoners in 1632 groeide Hillegom tot 155 huizen met 930 inwoners in 1732.
Maar toch, zo tegen de Franse tijd begon de aftakeling al. Voor 1800 waren er al enkele buitenplaatsen verdwenen, opgekocht door handelaren uit de grote steden, die nu niet de bedoeling hadden er te gaan wonen, projectontwikkelaars zouden we nu zeggen. Ze verkochten de vrijkomende gronden en die werden ontdaan van de bossen en afgegraven. De kopers waren: Famillies Telkamp, Van Waveren, Van Till, Van Teijlingen, Lommerse e.a. later klinkende namen in het bollenvak.
Maar in 1799 zong de Stads- en Dorpsbeschrijver nog:
“’t Vermaaklijk Hillegom, omringd aan alle zijden
Met laanen, duinen en voortreffelijke weiden
Geeft haar bewooneren den grootsten overvloed
Van boom- en veldgewas, ’t geen hun voor armoe hoed.”
Het klinkt mooi maar in 1795 bezat Hillegom 175 huizen met 1050 inwoners en dat was in 1807 gedaald tot 150 huizen met 916 inwoners! De onttakeling van de streek was begonnen en heel langzaam kwamen de groentekwekers tot de ontdekking dat de bollenteelt hun geen windeieren zou leggen.
In 1888 wandelde Ds. Craandijk door onze streek en hij zag nog ontzettend veel natuurschoon, maar hij zag ook al heel wat bloeiende hyacintenvelden. In de 19eeeuw verdween dan ook het overgrote deel van de Hillegomse buitenplaatsen. Het gebied tussen Hillegom en Lisse vertoonde echter nog steeds het oude landschap, maar ook dat zou spoedig veranderen.
In 1899 verwierf Arnoud Hendrik baron van Hardebroek van Ammerstol van zijn schoonfamilie het landgoed “Veenenburg”, tussen Hillegom en Lisse. Aanvankelijk bewoonde de baron het huis Veenenburg, maar omstreeks 1915 liet hij aan de rand van de Haarlemmerhoud het grote huis “Uyt den Bosch” bouwen. Het staat er nog steeds. Hij had grootse plannen, samen met landeigenaren van aangrenzende landgoederen richtte hij in 1902 de “Maatschappij tot exploitatie van de gronden Veenenburg/Elsbroek”op. Inmiddels had de baron in Duitsland een patent voor de fabricage van kalkzandsteen verworven en in 1904 begon de kalkzandsteenfabriek “Arnoud”, waarvan de baron directeur werd, te produceren.
Als grondstof gebruikte de fabriek onder andere zand en dat was genoeg voorhanden. De grote ontluistering was nu echt begonnen.
Alle buitenplaatsen verdwenen en de gronden werden afgegraven en tot bollengrond herschapen. In het begin van de jaren twintig was een gebied van ongekend natuurschoon veranderd in een troosteloze vlakte met ongeveer één maand van kleurenpracht en 11 maanden zand per jaar. Van alle buitenplaatsen rest alleen Het Hof, dat nu gemeentehuis is.
Alleen de eigenaar van het Keukenhof, de graaf van Lijnden, vertikte het om zijn landgoed te laten afgraven en dat werd hem door de toenmalige burgemeester Eenhuis van Lisse hoogst kwalijk genomen. Hoe kon iemand zo asociaal zijn. Maar vandaag de dag is men er in Lisse de graaf van Lijnden nog dagelijks dankbaar voor het feit dat hij toen voet bij stuk gehouden heeft. Tijdgenoten vonden het verlies aan natuurschoon bedroevend, maar het economisch belang prevaleerde toch. Het verschafte vast en tijdelijk werk. Dat tijdelijk werk en ook de ontginning van de Haarlemmermeer trok velen aan uit de rest van Nederland, maar vooral veel uit Brabant en de Zuidhollandse eilanden. Vandaag de dag treft men daarvan nog vele nakomelingen in onze streken aan. Velen van hen zijn daarbij door de bollenteelt tot welstand gekomen.
Bracht eens de groente- en fruitteeld Hillegom welvaren, later deed de bollenhandel Hillegom stormachtig verder groeien; van ca. 1050 inwoners in 1795 tot 8800 in 1916 en tot meer dan 20.000 inwoners in 2001.
Op die mooie zandvlakten kun je prachtig huizen bouwen, zo wordt er in regeringskringen met enige regelmaat geopperd. Dus moet Hillegom er nu voor waken dat de grond die hun welvaart bracht en brengt, door groente- en fruitteelt en later door bollenteelt, niet wordt volgebouwd met huizen voor een bollenstad.